David Lankes blijft inspireren, bij een leven lang leren, bij het belang van het gesprek en bij het uitwisselen van kennis in een gemeenschap, gefaciliteerd door de bibliothecaris. Niet alleen zijn opzwepende oneliners zie je terug in het bibliotheekwerk vandaag, zijn visie op het bibliotheekwerk - geworteld in de lokale gemeenschap - wordt daadwerkelijk in de praktijk gebracht door Nederlandse community librarians in het veld. Zijn missie raakt aan datgene waar de bibliothecaris voor staat: het versterken van de gemeenschap door het organiseren van uitwisseling van kennis in die gemeenschap. Door in gesprek te gaan met de lokale gemeenschap en gezamenlijk activiteiten te organiseren, kan kennis gecreëerd worden wat de samenleving sterker maakt.
Hoewel het werk van David Lankes zelf nog niet in een Nederlandstalige publicatie is uitgegeven, wordt er in bibliotheken volop vorm gegeven aan het werk van de nieuwe bibliothecaris. In deze longread (geschreven door Frank Huysmans en Nadia Palliser) komen het gedachtegoed van Lankes en de Nederlandse bibliotheekpraktijk samen. Een aantal kernbegrippen van Lankes en hun oorsprong in het wetenschappelijke werk van anderen, worden toegelicht. En er wordt een kijkje in de keuken gegeven in het werk van een aantal Nederlandse community librarians. Op deze wijze wil deze longread meer discussie aansporen en daadkracht aanjagen in het actuele bibliotheekwerk van Nederland.
De longread wordt aan de branche gepresenteerd bij de start van het opleidingsprogramma ‘Community Librarian’, geïnitieerd door Bieb Lab Brabant, een project van Cubiss. * 01
Het opleidingsprogramma heeft als doel de innovatieve kracht binnen de bibliotheek te versterken, door het (door)ontwikkelen van onder andere de competenties 'ondernemerschap' en 'politiek strategisch handelen' en is gebaseerd op het gedachtegoed van David Lankes.
Bieb Lab Brabant heeft het initiatief genomen tot de ontwikkeling van een young professional-programma voor medewerkers van bibliotheken. Bekijk hier het bijbehorende beroeps- en opleidingsprofiel Community Librarian. De Innovatieraad van de Koninklijk Bibliotheek kende Cubiss een subsidie toe, waarmee het opleidingstraject deels gefinancierd wordt. Gio van Creij (NOBB), Gertjan Endedijk (Nieuwe Veste Breda), Hans Hooft (Theek5) en Sylvia van Stokkum (adviseur HR Bibliotheek Midden-Brabant) zijn vanuit het veld als sparring-partners betrokken; hbo-instituut Avans+ geeft samen met Bieb Lab Brabant inhoud aan het programma.
Volgens David Lankes is de missie van de bibliothecaris de maatschappij verbeteren door kennis creatie te faciliteren in de community's van zijn of haar gemeenschap. Deze missie sluit aan bij de behoefte van mensen om met elkaar in gesprek te gaan, om vragen voor te leggen, elkaar waar nodig te helpen en te inspireren. Het sluit aan bij de behoefte om de plek waar je woont beter te leren kennen, sociale contacten te ontwikkelen en te onderhouden. Mee te doen met de dingen die lokaal gebeuren. Dit kunnen tijdelijke of blijvende community's zijn, bijvoorbeeld bloggers of opiniemakers, nieuwkomers of jonge ouders, actieve ouderen en lokale artiesten, ondernemers, schrijvers, dichters, wetenschappers. Community's die met een doel voor ogen en een hart voor hun stad of dorp samen willen komen en verder willen leren, wat het fundament vormt van de visie van David Lankes. Met gebruik van allerlei tools (waar de collectie één van is), draait het steeds om versterken van de lokale gemeenschap door het organiseren van uitwisseling van kennis en informatie in die gemeenschap. De bibliothecaris die deze missie deelt, op zijn eigen persoonlijke manier, is een community librarian.
UITGAANDE VAN DE MISSIE VAN DE BIBLIOTHECARIS, GEFORMULEERD DOOR DAVID LANKES, GEEFT DEZE LONGREAD EEN OVERZICHT VAN EEN AANTAL KERNBEGRIPPEN DIE BELANGRIJK ZIJN VOOR HET WERK VAN DE COMMUNITY LIBRARIAN. DIT IS GEKOPPELD AAN DE PRAKTIJK MET VOORBEELDEN VAN PROJECTEN EN KORTE PORTRETTEN VAN 8 NEDERLANDSE COMMUNITY LIBRARIANS. De longread laat een momentopname zien van de processen waar community librarians mee bezig zijn en toont daarmee hun toewijding aan hun gemeenschap.
Letterlijk betekent community* ‘gemeenschap’: een groep van mensen die iets gemeenschappelijks deelt. Bij openbare bibliotheken denken we bij dat gemeenschappelijke in eerste instantie aan de woonplaats of, iets breder, aan de mensen die in het werkgebied van de bibliotheek wonen. Bij schoolbibliotheken zijn het leerlingen, en bij wetenschappelijke en hogeschoolbibliotheken zijn het de studenten en medewerkers van de onderwijsinstelling.
Groep mensen (die elkaar al kennen, of nog niet) die iets gemeenschappelijks delen, zoals woonplaats, interesse of activiteit
Maar er kunnen ook andere kenmerken zijn die de ‘community’ maken. Het lidmaatschap van een leeskring of van een ouderennetwerk bijvoorbeeld, of de belangstelling voor een bepaald onderwerp. Je kunt zeker ook tot meerdere community’s tegelijk behoren. Het lid zijn van de ene community sluit lidmaatschap van een andere niet uit. Zo kun je lid zijn van een toneelgroep én geïnteresseerd zijn in de lokale geschiedenis.
De community’s waar het hier om gaat, kunnen meerdere gedaanten hebben:
Ook voor dit woord is er geen Nederlandse vertaling die de lading goed dekt. Tik je het in Google Translate in, dan krijg je er ‘bibliothecarisheid’ voor terug... ‘Bibliotheekwerk’ dekt de lading nog het beste. Belangrijker echter dan de letterlijke betekenis is de inhoud. De meeste mensen denken bij ‘librarianship’ eerst en vooral aan experts in het ordenen van informatiedragers (boeken, cd’s, dvd’s) – aan content en metadata. Of misschien aan professionals die goed zijn in het bemiddelen tussen informatievragen van gebruikers en een collectie informatiedragers. Zo niet David Lankes. Bibliotheekwerk moet je niet definiëren in termen van fysieke objecten zoals boeken, stelt hij, maar in termen van ‘leren’ en ‘kennis’ (Lankes, Atlas, 2011, p. 23). Of ‘persoonlijke ontwikkeling’, zoals het in de Nederlandse Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen heet. Anders geformuleerd: het gaat niet om de producten van kennis, maar om het tot stand komen van kennis. Bij librarianship draait alles om het vooruit helpen van:
Als we nu community en librarianship samenbrengen, dan hebben we al een beter beeld van wat community librarianship volgens Lankes zou moeten zijn. Bibliothecaris zijn betekent het helpen creëren van nieuwe kennis in en met community’s. Het collectioneren, ordenen en ontsluiten van boeken en andere informatiedragers is niet het doel, maar een middel om kenniscreatie* vooruit te helpen.
Het wil overigens niet zeggen dat álle community’s baat hebben bij een stimulerende rol. In Lankes’ woorden: “Niet alle community’s hebben bibliotheken nodig. Maar in de community’s die ze wel nodig hebben is de bibliotheek een onderdeel van de community, en moet je ervan uit kunnen gaan dat de bibliotheek een rol heeft in het verbeteren van de community” (Lankes, Expect More, 2012, p. 75).
In interactie en conversatie met elkaar dingen ontdekken en leren begrijpen en vastleggen in een kennisproduct (bijvoorbeeld tekst, boekje, film)
Maar er is zeker wat voor te zeggen dat elke community baat zou kunnen hebben bij een bibliothecaris die de kenniscreatie stimuleert en faciliteert. Die ambitie zou je als bibliothecaris kunnen, en misschien wel moeten hebben.
Wat daarbij niet helpt, is het beeld dat veel mensen van de bibliotheek hebben: een plek waar je boeken en andere materialen kunt gebruiken en lenen. En waar bibliothecarissen zeggen dat je stil moet zijn en vooral heel voorzichtig met de boeken moet zijn. De actieve rol van de community librarian – aanjager van het creëren van nieuwe kennis – is niet alleen voor bibliothecarissen nieuw. Het is ook nieuw voor de mensen en community’s die we vooruit willen helpen.
We roepen het nog even in herinnering: je rol als community librarian is niet het toegankelijk maken van kant-en-klare kennisproducten zoals boeken. Wel het samen met de leden van de community kennis creëren door met hen in gesprek te gaan. Maar wat als het publiek dit helemaal niet van jou verwacht?
Het is voor beide partijen even wennen, een bibliothecaris die kenniscreatie wil stimuleren. Je zult daarom geduld moeten hebben en stapje voor stapje een goede verstandhouding moeten opbouwen met de community waarmee je aan de slag gaat. De leden van een community moeten die nieuwe rol van de bibliothecaris eerst begrijpen en vertrouwen. Anders komt er geen gesprek op gang, en kan er van kenniscreatie en ‘verbetering van de samenleving’ geen sprake (letterlijk!) zijn.
Het is verleidelijk te denken dat je als bibliothecaris vanuit jouw professionaliteit wel kunt inschatten welke kennisvragen er in community’s spelen. Maar als je met de leden van de community in gesprek gaat en jouw eigen inschatting even tussen haakjes zet, merk je vaak al gauw dat je gesprekspartners op een andere manier naar de wereld kijken dan jijzelf. Meer dan eens komen zij met kennisvragen die jij niet had voorzien.
Het is dan ook van groot belang niet jouw eigen perspectief, maar dat van de ander in het gesprek centraal te stellen. Waarom? Omdat er anders geen goede verstandhouding tot stand komt tussen jou zelf en de mensen met wie je nieuwe kennis wilt creëren, aldus Lankes. Alleen zo leer je hun perspectieven kennen en kun je aansluiten bij hun behoeften, problemen en wensen. Je leert met een duur woord hun referentiekader kennen. Dat kader of perspectief probeer je je zo goed mogelijk eigen te maken, zodat je als het ware door hun ogen naar de wereld leert kijken. Als dat je lukt, is de basis gelegd voor een productieve samenwerking tussen jou als bibliothecaris en de community in het creëren van kennis.
Deze visie bouwt voort op de sense-making approach van de Amerikaanse communicatie- en bibliotheekwetenschapper Brenda Dervin. De kennis die mensen eerder in hun leven hebben opgedaan, is in de meeste situaties toereikend om zich probleemloos door het leven van alledag te bewegen. Toch doen er zich in dat alledaagse leven problematische situaties voor, waarin we niet weten wat te doen. Het kunnen kleine dingen zijn: je bent je sleutels kwijtgeraakt en kunt je auto niet meer openen terwijl je naar een afspraak moet. Of grote dingen: de arts vertelt jullie dat je partner ernstig ziek is en een intensieve behandeling moet ondergaan.
In zulke situaties is het net alsof je voor een ravijn staat: je moet naar de overkant, maar er is nog geen brug. Die – cognitieve – brug moet je zelf construeren. Je kunt vragen stellen, op nieuwe ideeën komen, en/of op zoek gaan naar nieuwe kennis bij familie, vrienden en experts of in informatiebronnen, zoals boeken.
Ook de vragen waarmee community’s worstelen, kan worden gezien als de noodzaak van het bouwen van zo’n brug. Bibliothecarissen zijn traditioneel opgeleid om in zo’n geval direct hulp te bieden in de vorm van het aanreiken van informatiebronnen. Community librarians doen dat anders. Zij beginnen bij het leren kennen van het referentiekader van de leden van de community. Door bewust aansluiting te zoeken bij het perspectief van de ander. Pas als de conversatie vanuit het referentiekader van de ander op gang is gekomen en de daardoor gegeneerde kennis bij dat subjectieve perspectief past, zullen de leden van de community in staat zijn zelf een brug over het ravijn te bouwen. Hoe bibliothecarissen dat doen? Door middel van conversatie.
Nieuwe kennis creëren doe je door een conversatie met de community aan te gaan. In die conversatie stel je bewust de kennisvragen en –problemen van de leden van die community centraal. In de woorden van Lankes: “kennis is geen product of item, maar een uniek menselijk hulpmiddel dat wordt bereikt door actieve conversatie” (Lankes, Atlas, p. 29). Leren – kennis opdoen – is in de optiek van Lankes (en vele anderen) een vorm van zin geven aan de werkelijkheid, of ook wel werkelijkheidsconstructie. De bijbehorende leertheorie wordt om die reden ook wel ‘constructivisme*’ genoemd.
“In de kern van de constructivistische benadering staat de opvatting dat je wel voorwaarden kunt scheppen voor een leerproces, maar dat het onmogelijk is om kennis of een leerproces aan iemand op te leggen” (Lankes, Atlas, p. 27). Leren wordt beschouwd als individueel en subjectief. Pas door het leerproces vast te leggen in een kennisproduct – een verhaal, een filmpje, een boek, of wat dan ook – krijgt het een objectieve gedaante. Hoewel: ook bij het bekijken van dat filmpje of het lezen van het boek zullen mensen er tot op zekere hoogte verschillende betekenissen aan geven.
Stroming in de wetenschap die stelt dat de werkelijkheid niet objectief kenbaar en observeerbaar is ‘zoals ze is’, maar alleen door via (inter)subjectieve interpretatie kenbaar wordt. Als je wilt begrijpen waarom mensen doen wat ze doen, moet je hun beeld van de werkelijkheid leren kennen door met ze te praten.
In het nieuwe bibliotheekwerk ga je als community librarian samen met leden van je community aan de slag. Shared activity* noemt Lankes dat: gedeelde activiteit. Waarom ‘gedeeld’? In interactie met elkaar kan geen van de individuele deelnemers echt sturen wat er gebeurt. Gesprekken en activiteiten nemen een richting die door geen van de deelnemers van tevoren kon worden voorspeld, laat staan beoogd. Dit wordt wel het systemische karakter van sociale interactie genoemd (sociale wetenschappers spreken van sociale systemen). Het heeft ermee te maken dat wij niet elkaars gedachten kunnen lezen. Juist omdat dat zo is, moeten we onze toevlucht nemen tot communicatie door middel van taal, maar ook gedrag, gebaren, lichaamstaal.
Bibliothecaris en leden van een community werken samen aan het creëren van nieuwe kennis
Methode die bibliothecarissen kunnen inzetten om conversaties met en in community’s te plannen en de gecreëerde kennis vast te leggen
Natuurlijk gaan die gesprekken inhoudelijk niet zomaar alle kanten op. Al is de kans zeker aanwezig dat het gebeurt. De onderwerpen die de groep wil oppakken, zijn leidend. Als community librarian probeer je het gesprek wel naar een ‘punt’, een conclusie of resultaat - toe te brengen. De filosoof en psycholoog Gordon Pask (1928-1996), wiens conversatietheorie een belangrijke inspiratiebron is in de denkschool waaruit Lankes voortkomt, benadrukte de noodzaak van consensus (consensual agreement) in het ‘leren door interacteren’ binnen een groep. Om tot gedeelde kennis, een leeropbrengst, over een onderwerp te kunnen komen, moet er in de conversatie naar worden gestreefd die kennis expliciet te maken en er overeenstemming over te bereiken. De bibliothecaris begeleidt het proces van consensusvorming, bijvoorbeeld met de ‘mapping conversations*’-aanpak. Maar het is de community (inclusief de bibliothecaris!) die naar consensus streeft en zo eigenaar wordt van de gedeelde kennis.
Het is goed een onderscheid te maken tussen het proces van kenniscreatie en het resultaat ervan. De term ‘gedeelde activiteit’ verwijst naar het kennisproces, terwijl de term ‘gedeeld eigenaarschap’ verwijst naar het kennisproduct dat het tastbare resultaat ervan is: een verhaal, een foto-expositie, een geluidsopname, een YouTube-filmpje – wat dan ook. Bibliothecarissen zijn traditioneel gericht op kennisproducten, die ze van oudsher al collectioneren, ordenen en ontsluiten. De community librarian is juist gericht op de totstandkoming van nieuwe kennis, op het zo goed mogelijk participeren in en begeleiden van het proces.
Kenniscreatie faciliteren*: het klinkt ingewikkeld, en dat is het ook. Hoe pak je het aan? Lankes geeft vier nadere aandachtspunten (Atlas, p. 66 - 81):
leden van een community in gesprek brengen met elkaar en in interactie met bronnen van kennis. Die bronnen kunnen boeken en andere materialen zijn, maar ook filmpjes op internet, experts die hun kennis willen delen, en vooral: elkaar.
wat je over een onderwerp moet weten om een goede conversatie te kunnen voeren met een groep mensen. Het gaat hierbij om het samenbrengen van de juiste expertise, of dit nu een spreker, een film of een verzameling van boeken en websites is uit de collectie.
een plek waar leden van de community zich veilig en prettig voelen om met elkaar aan de slag te gaan
het tonen van begrip, het aanmoedigen tot deelname en soms ook het afremmen van mensen die té enthousiast zijn of het proces op een andere manier verstoren
Voorwaarden scheppen: aanbieden van werkvormen en gereedschappen waardoor kenniscreatie in een groep in goede banen wordt geleid
Er zijn tal van instrumenten en werkwijzen waarmee je kenniscreatie kunt faciliteren. Aan het noemen van voorbeelden kleeft het risico dat je jezelf onbewust al in een bepaalde richting laat sturen. In feite ligt de grens van wat er mogelijk is alleen bij je eigen creativiteit. Community librarians zijn bewust van deze vier facetten van het faciliteren in alles wat zij organiseren: met voortschrijdend inzicht en een eigen persoonlijke benadering.
Bibliotheekwerk kent een lange traditie van dienstverlening in community’s, aan mensen die kennis, informatie of raad komen ‘halen’. Traditioneel is de relatie tussen een bibliothecaris en bibliotheekgebruikers een ongelijke of asymmetrische: de een bezit de kennis en informatie, de ander niet.
In het nieuwe bibliotheekwerk, zegt Lankes, is de verhouding veel minder ongelijk. Natuurlijk heeft de community librarian bepaalde kennis en vaardigheden in huis om processen van kenniscreatie aan de gang te krijgen en te houden. In die zin is de verhouding niet gelijk.
Maar de kennis die eruit voortkomt, is gedeelde kennis. Die kennis komt niet toe aan individuele deelnemers, niet aan de bibliotheek, maar aan de gemeenschap als geheel. Het delen met anderen werkt in de praktijk motiverend: mensen werken als groep aan iets nieuws, en het wordt ook gedeeld eigendom. Het betekent wel dat je als community librarian een deel van je verantwoordelijkheid voor de kenniscreatie aan de groep moet durven overdragen. Uiteindelijk bepalen zij hoe zij te werk gaan en welke werkvormen en gereedschappen ze gaan gebruiken.
Deze discussie raakt aan de vraag hoe je als bibliothecaris de leden van je community’s aanspreekt. Noem je ze je ‘klanten’? ‘Gebruikers’? Lankes verkiest de term ‘leden’ (members), omdat die het gedeelde eigenaarschap* goed uitdrukt (Atlas, pp. 65-66). Of die ‘leden’ ook echt geregistreerde gebruikers zijn of slechts ‘bezoekers’, is van secundair belang. Het gaat erom dat deelnemers betrokken zijn met de andere leden van de community en de bibliothecaris, hoe tijdelijk die betrokkenheid ook kan zijn.
Resultaten van samenwerking tussen bibliothecaris en leden van een community
Bronnen
Dervin, B. (1989). Audience as Listener and Learner, Teacher and Confidante: The Sense-Making Approach. In R. Rice &Ch. Atkin (red.), Public Communication Campaigns, 2nd Edition (pp. 67-86). Newbury Park: SAGE.
Dervin, B. (1998). Sense-making theory and practice: An overview of user interests in knowledge seeking and use. Journal of Knowledge Management, 2 (2), 36-46. [http://dx.doi.org/10.1108/13673279810249369]
Lankes, R. David (2011). The Atlas of New Librarianship. Cambridge, MA/London: MIT Press.
Lankes, R. David (2012). Expect More! Demanding Better Libraries For Today’s Complex World. Te downloaden van https://davidlankes.org/wp-content/uploads/2014/01/ExpectMoreOpen.pdf
Lankes, R. David (2016). The New Librarianship Field Guide. Cambridge, MA/London: MIT Press.
Pask, Gordon (1976). Conversation Theory. Applications in Education and Epistemology. Amsterdam/Oxford/New York: Elsevier.