Longread | De bibliotheek met een toekomst, een queeste

De bibliotheek met een toekomst, een queeste

De bibliotheek als waardevol en waardevast knooppunt in de samenleving
Bieb Lab Brabant
Wat is het doel van een bibliotheek?

Met de long read 'De bibliotheek met een toekomst, een queeste' deelt Cubiss ideeën, succesverhalen, ervaringen en antwoorden die kunnen helpen te komen tot de bibliotheek van de toekomst, als waardevol en waardevast knooppunt in de samenleving.

januari 2017

De bibliotheek Met een Toekomst, Een queeste

In dit longread maken we
je deelgenoot van een
queeste*. Want zo durven
we onze zoektocht naar
'de bibliotheek van de
toekomst' wel te betite-
len. Vanwaar een queeste,
wat ging hieraan vooraf?

* Een queeste definiëren wij als een zoektocht die het karakter heeft van een levenstaak. Een bekend voorbeeld van een queeste is de zoektocht naar de Heilige Graal, waar men in verschillende verhalen naar zoekt. Het eerste verhaal hierover (daterend uit de twaalfde eeuw) vertelt over ridder Parcival, die zijn leven wijdt aan het vinden van de Heilige Graal en daar ook in slaagt. Van recenter datum is de queeste waarover prof. J.R.R. Tolkien verhaalt in het boek ‘The Lord of the Rings’ (1954), een van de meest populaire en invloedrijkste literaire fantastische werken van de twintigste eeuw.
De bibliotheek met een toekomst, een queeste

In dit longread maken we je deelgenoot van een queeste*. Want zo durven we onze zoektocht naar 'de bibliotheek van de toekomst' wel te betitelen. Vanwaar een queeste, wat ging hieraan vooraf?

* Een queeste definieren wij als een zoektocht die het karakter heeft van een levenstaak. Een bekend voorbeeld van een queeste is de zoektocht naar de Heilige Graal, waar men in verschillende verhalen naar zoekt. Het eerste verhaal hierover (daterend uit de twaalfde eeuw)
Proloog

In de negentiende eeuw ontstonden in Nederland de eerste openbare leeszalen; het aantal groeide uit tot zo’n duizend. De leeszalen leenden aanvankelijk geen boeken uit, maar boden mensen eenvoudigweg een plek om even tot rust te komen of iets te lezen. In 1899 startte de leeszaal in Dordrecht wel met uitleningen en daarmee wordt Bibliotheek Dordrecht gezien als de oudste openbare bibliotheek van Nederland. Het aantal vestigingen nam in de twintigste eeuw snel toe; in 1960 telde ons land 423 bibliotheeklocaties. (bron: Haarlemse kringen, Vijftien verkenningen naar het literair-culturele leven in een 19e-eeuwse stad)

In de jaren tachtig werd de bibliotheekbranche gedecentraliseerd. Gemeenten werden de voornaamste opdrachtgevers (en subsidiegevers) van de bibliotheken. De bibliotheek werd en wordt gefinancieerd vanuit het budget dat bestemd is voor het gehele sociaal-culturele werk. Wat betekent dat de openbare bibliotheek feitelijk concurreert met andere (lokale) sociaal-culturele voorzieningen. Mede als gevolg hiervan is in de loop der tijd een groot verschil ontstaan tussen openbare bibliotheken. In sommige steden en dorpen is de bibliotheekvoorziening zeer goed geoutilleerd en staat de bibliotheek midden in de samenleving. Terwijl op andere plaatsen de bibliotheek het ‘onderspit’ moest delven en nauwelijks nog van betekenis is of zelfs geheel als plek is verdwenen. Ons land telt nu 154 openbare bibliotheken met 782 vestigingen. Dat waren er in 2012 nog 163, met 1073 vestigingen. (bron: CBS, juli 2016) De recente crisis heeft dit proces versterkt; van overheidswege opgelegde bezuinigingen treffen de sector momenteel zwaar.

Tel daarbij op dat de samenleving in hoog tempo digitaliseert (waardoor we van schaarste naar een overvloed in media/bronnen zijn gegaan) en dat het aantal leden en uitleningen van bibliotheken de afgelopen jaren flink is afgenomen en het wordt allengs helder: de bibliotheek moet zichzelf opnieuw uitvinden. Althans, zo wordt in de sector met regelmaat gesteld en zo schrijft ook de commissie Cohen letterlijk in het voorwoord van haar rapport ‘Bibliotheek van de toekomst: knooppunt voor kennis, contact en cultuur’ (januari 2014).

Echter, wij stellen de vraag of de bibliotheek zichzelf daadwerkelijk opnieuw moet uitvinden? Kunnen bibliotheken niet ‘gewoon’ bibliotheek zijn? En als zodanig als onderdeel van de publieke sector bijdragen aan de doelen, de idealen en de grote uitdagingen van onze samenleving? Liever stellen wij dat de bibliotheken de opdracht hebben om het fundament te leggen voor een bibliotheek met toekomst. En dát, beste lezer, is een ware queeste.

Met dit als vertrekpunt nodigde het project Bieb Lab Brabant van Cubiss de Brabantse bibliotheekdirecteuren uit om – samen met metgezellen van buiten de sector* – op zoek te gaan naar ideeën, succesverhalen, ervaringen en antwoorden die helpen te komen tot de bibliotheek als waardevol en waardevast knooppunt in de samenleving. We wilden op onderzoek uitgaan; welke vragen zouden bibliotheken zichzelf moeten en kunnen stellen? Eind november 2016 kwamen de directeuren en metgezellen drie dagen bijeen in Kloosterhotel ZIN in Vught voor ‘De Queeste’. ZIN bleek een bijzondere en inspirerende plek waar we terugkeerden naar de bronnen van het bibliotheekwerk: het oorspronkelijke vakmanschap en de plaats van de bibliotheek in deze samenleving als onderdeel van de publieke sector.

In dit longread lees je over de drie thema's die de bibliotheekdirecteuren en hun metgezellen gedurende drie dagen met elkaar bespraken:

Publieke
domein
Vakmanschap
Leiderschap
We kozen voor deze thema’s en driedeling om eerst ‘het speelveld’ met elkaar te verkennen, vervolgens het vakmanschap en de functie van de bibliottheek onder de loep te nemen, om tot slot met deze wetenschap te onderzoeken hoe we de bibliotheek de toekomst in kunnen leiden.
In dit longread beschrijven we de diverse inzichten die gastsprekers deelden, gevolgd door een rondetafelgesprek tussen twee (oud-)bibliotheekdirecteuren/bestuurders en twee metgezellen. Dit longread bestaat dan ook uit drie delen.
* Het was een bewuste keuze om metgezellen uit te nodigen, omdat we vanuit de maatschappij nadrukkelijk betrokkenheid, feedback en commitment willen. Het is immers onze maatschappelijke opdracht om als bibliotheek midden in de samenleving te staan en daaraan bij te dragen. Het gezelschap van metgezellen is bijzonder gemêleerd. Onder hen onder meer een directielid van een landelijke retailformule, een directeur van een cultureel centrum, een gemeentelijk beleidsadviseur, een communicatie-adviseur, een hogeschooldocent en een erfgoedspecialist. Zij houden de bibliotheeksector gedurende de zoektocht een spiegel voor en leveren daarmee een waardevolle bijdrage aan deze queeste.
Tot Slot

Deze queeste draait niet om ‘gelijk hebben of krijgen’. Bibliotheken zijn allemaal op zoek. Wat je doet met de aangedragen informatie en ideeën is geheel aan jou als lezer van dit longread. Elke situatie, elke bibliotheek is immers anders. Om vrij naar Kavafis’ gedicht ‘Ithaka’ (zie hierna) te spreken: het gaat om de reis, de zoektocht en om alles wat je op die reis tegenkomt. Je wordt rijk door de ervaringen die je gedurende de zoektocht met elkaar opdoet, vanuit je eigen perspectief en vanuit het perspectief van de huidige en toekomstige rol van de bibliotheek. De oplossing is een zoektocht waarbij de goede vragen ertoe doen. Dan zijn de antwoorden relatief eenvoudig te formuleren.

Wil je jouw ideeën of ervaringen delen en zodoende een bijdrage leveren aan deze queeste, dan zijn we je daarvoor zeer erkentelijk. In het colofon vind je onze contactgegevens.

Ithaka

Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.


Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,

ook opwindende geurstoffen van alle soorten, opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.

Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
‘t Is beter dat die vele jaren duurt,

zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer.

En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.

1911, K.P. Kavafis (Grieks dichter, 1863-1933)

De stelling
“Bibliotheken vluchten in ‘de dingen goed doen’ en hebben (nog) geen aansprekend antwoord op de eisen van onze tijd in het domein ‘de goede dingen doen’. Bibliotheken willen graag meedoen in een tijd van dominant marktdenken. Dus spreken ze de taal van de markt en richten ze zich op de doelen van de marktsector. Dus investeren ze in marketing en verwaarlozen ze het vakmanschap van de bibliothecaris en de plek van het instituut in het publieke domein. Bibliotheken gaan winkeltje spelen in plaats van bibliotheek te zijn. De bibliotheek is echter een instrument, als onderdeel van de publieke sector, dat kan bijdragen aan de doelen, idealen en grote uitdagingen van deze samenleving.”
Deel 1
De plaats van de bibliotheek
in het publieke domein
‘De waarde van prestaties ligt in het nastreven ervan’
- Albert Einstein (1879-1955)

De waarde van het bibliotheekwerk is voor de grote meerderheid van de samenleving en het publieke domein in het bijzonder nog steeds onomstreden. Toch komt de waarde die de bibliotheek voor de lokale samenleving heeft in gesprekken met de subsidieverstrekker (de gemeente, met als gesprekspartner de verantwoordelijk wethouder) onvoldoende (of zelfs geheel niet) aan bod, zo horen we in de praktijk. Dat roept de vraag op: welke plaats neemt de bibliotheek in in het publieke domein*? En hoe kunnen bibliotheken die plaats claimen? Hoe kan de bibliotheek het gesprek ‘regisseren’?

* ‘Met de term ‘publieke domein’ wordt, algemeen gesproken, doorgaans de openbare ruimte bedoeld, de ruimte waarin individuen met elkaar in gesprek zijn en waarin het publieke debat gevoerd wordt over zaken die de inrichting van samenleving aangaan. Vanzelfsprekend is het slechts in overdrachtelijke zin een ruimte. Wat deze ‘ruimte’ publiek maakt, is dat het gaat om ‘zaken die het individuele en engere groepsbelang overstijgen en die van overwegend belang zijn voor de samenleving in haar geheel of delen ervan’ (Kreukels & Simonis 1988: 10). Het publieke domein is, met de woorden van een de belangrijkste theoretici op dit terrein, de filosofe Hannah Arendt, ‘de wereld die wij gemeen hebben’, het is een ‘space of appearance’ waarin de burgers kunnen en moeten handelen in het aanschijn van de anderen.’ (Arendt 1968: 59; Foqué & Weyembergh 1997: 7). Aldus de begripsverkenning door Wim van de Donk en Rob Plum in ‘Geloven in het publieke domein’ (2006, uitgave WRR, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid)

Gastspreker Rodney Weterings (voormalig wethouder in ’s-Hertogenbosch en Tilburg, thans adviseur bij FRAEY, Partners in Publieke Waarde) stelt: “We leven in een informatiesamenleving. De bibliotheek weet de behoefte aan informatie en kennis (delen) echter niet te munten.” Hij adviseert: “Vraag je allereerst af wat publieke waarde is en hoe je publieke waarde creëert.”

Bij het creëren van publieke waarde is volgens Weterings een evenwichtige samenhang tussen de value-case (maatschappelijke waardecreatie voor alle stakeholders), de business case (financieel perspectief vanuit één partij) en maatschappelijk bestuur (sturen op een maatschappelijke doelstelling) van belang.

Weterings stelt: “De value-case is bij bibliotheken maar matig op orde. Het lijkt erop dat de functie van de bibliotheek er te weinig toe doet. De bibliotheek ís er. Kijk wat je nodig hebt om publieke waarde te creëren en vooral: waar je op moet letten bij publieke waarde. Het gaat daarbij om verantwoorden, leren en afrekenen.” Hij maakt daarbij de vergelijking met andere (publieke) organisaties: “De bibliotheek is net als andere instituten in deze tijd niet langer in staat het belang voor het voetlicht te brengen. Denk hierbij aan politieke partijen, de kerk, de publieke omroep. En dat terwijl er veel behoefte is aan hetgeen deze partijen voorheen boden. Dat zie je ook duidelijk. De vraag is daarom hoe de legitimiteit van de bibliotheek aan te tonen.”

Wij ontwikkelen samen met onze leden en partners het aanbod voor de inwoners van ons werkgebied. We proberen optimaal gebruik te maken van de inzet, kennis en ervaring van alle mensen die met de Bibliotheek te maken hebben. Wij verbinden onze leden en partners met elkaar en bieden hen onze kennis en faciliteiten. Zo versterken wij de onderlinge verbinding in onze regio.

De Bibliotheek is zichtbaar en herkenbaar in de gemeenten waar ze actief is. We blijven werken aan een sterke verbinding met de gemeenten en de inwoners in ons werkgebied, ons netwerk en aan heldere, herkenbare communicatie via veel verschillende kanalen. Deze zichtbaarheid zorgt ervoor dat we makkelijk in gesprek komen en blijven met partijen op alle niveaus.

OPDRACHT

Hoe zorg je dat in een gesprek met de gemeente (ook) over ‘leren’ wordt gesproken (en niet uitsluitend over verantwoorden en afrekenen)? Weterings tipt bibliotheekdirecteuren en -bestuurders om de volgende opdracht uit te voeren: “Sluit de driehoek en draag je visie en missie uit! De-bibliotheciseer’ de visie van je bibliotheek eens. Stel vervolgens vast op welke organisatie de visie vervolgens (ook) van toepassing kan zijn…! En stel jezelf daarmee de vraag hoe betekenisvol je bibliotheek werkelijk is. Wat is de eigenheid van de bibliotheek?”

Een voorbeeld uit de praktijk, van een willekeurige bibliotheek ergens in Nederland. Opdracht: zoek en vervang in onderstaande tekst ‘de bibliotheek’ en ‘leden’ door bijvoorbeeld ‘bezoekers’ en ‘het cultureel centrum’. Of door ‘de voetbalvereniging’. Of door…. Hoe betekenisvol is de bibliotheek?

Weterings gaf tot slot nog een belangrijke overdenking mee. “Wees niet cynisch. Cynisme is het einde van het nemen van verantwoordelijkheid. Het brengt je geenszins verder.”

Gastspreker Prof.dr. Ferry Koster (sociaal-wetenschapper en Bijzonder Hoogleraar Innovatieve Samenwerking TIAS School for Business and Society) doet onderzoek naar de relaties tussen instituties, organisaties en individueel gedrag. Hij ziet samenwerking als drijvende kracht achter innovaties en maatschappelijke transities. Tijdens De Queeste hield hij ons het volgende voor: “Het publieke domein verandert; we gaan van sturing naar samenwerking. Publieke en private organisaties werken dan ook steeds meer samen. Dat betekent dat het aantal stakeholders toeneemt. De vraag is waarom en met wie je als bibliotheek wilt en moet samenwerken en op welk niveau? En hoe richt je de samenwerking in? Stel jezelf bovenal kritisch de vraag: in welke mate ben je bereid samen te werken en kennis te delen met partners?”

‘Waar de bibliotheek zich teveel spiegelt aan
de markt wordt ‘dienen’ ‘bedienen’.’

- Krist Biebauw, directeur Bibliotheek Stad Gent (in Bibliotheekblad 11, 2013)

Alleen als beide partijen bereid zijn om kennis met elkaar te delen, kom je tot innovatie, aldus Koster. “Kennis vasthouden of achterhouden, houdt innovatie tegen. Belangrijkste voorwaarde voor samenwerking is dus de bereidheid tot delen van kennis. Zo kunnen we een samenwerkingsgemeenschap creëren, waarin we werken aan gezamenlijke doelen en informele relaties zich richten op probleemoplossing.”

Rondetafelgesprek
01 publieke domein
De Queeste
van professionals Hans en Mari
en metgezellen
Sharon en Daan
Metgezel Daan Oudbier (docent Creative Industries bij Fontys Hogescholen): “Ik proefde gedurende De Queeste de angst voor het populisme bij bibliotheekdirecteuren. ‘Je kunt zo lekker op bibliotheken bezuinigen’. Maar mensen vinden het feitelijk normaal dat de bibliotheek er ís.”
Daan: “Met de gemeente moet je praten over welke goede dingen je doet / gaat doen. Pas daarna moet je samen bekijken of dat financieel mogelijk is.”
Mari Nelissen (voorzitter Raad van Bestuur Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB): “Er zijn meerdere antwoorden op de vraag waarom de bibliotheek moet bestaan. Eén daarvan is dat bibliotheken iets kunnen betekenen voor de samenleving omdat ze betrouwbaar zijn. En dat is van belang in de informatie-overvloed van nu. Waarbij de bibliotheek mijns inziens vragen moet gaan stellen, in plaats van antwoorden geven. Verhalen verbinden bovendien.”
Hans Derks (oud-directeur/bestuurder Bibliotheek ’s-Hertogenbosch): “Op het gemeentehuis.”
Sharon: “De structuur binnen gemeenten is een gegeven. De vraag is hoe je erin stapt en hoe je ermee omgaat.”
Metgezel Sharon Schreppers (beleidsadviseur vrijwilligers bij de gemeente Breda): “Ik ben oprecht geschrokken van de grote afhankelijkheid van en de macht die aan de gemeente wordt toegekend. Het bibliotheekwerk lijkt een centen-kwestie. Wat is je waarde als bibliotheek? Dáár gaat het toch over?!
Sharon: “Dat roept de vraag op: wat is leidend in je contact met de gemeente?”
Daan: “Frappant is dat bibliotheekdirecteuren een heel divers antwoord geven op de vraag wat de ‘why’ van de bibliotheek is. Het varieert van ‘wij zijn een archief’ tot ‘we zijn er voor de laaggeletterden’.”
Daan: “Waar vinden de gesprekken met de wethouder überhaupt plaats?”
Daan: “Waarom niet bij de bibliotheek?! Zo mis je toch volledig de context? Je moet er zijn, ervaren hoe het er is, zien dat er mensen in de bibliotheek zijn. Pas door er te zijn zie je dat de bibliotheek echt iets anders is dan.. een Starbucks bijvoorbeeld.”
Mari: “Het is voor iedereen in de bibliotheeksector belangrijk te realiseren dat we in een openbare bibliotheek werken, als onderdeel van het publieke domein. Dat is een verworvenheid en daar moeten wij als bibliotheek-directeuren voor blijven staan. Als bibliotheek zijn we ook een belangrijk symbool van het publieke domein in een dorp of stad.”
Deel 2
het vakmanschap van
‘de bibliothecaris’
vak-man-schap (het; o)
grote bekwaamheid in een vak;
vaardigheid in een beroep of handel, de vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren

Hoe staat het met het vakmanschap van de bibliotheekdirecteur en van de bibliothecaris, bezien in het licht van de echte doelen van de bibliotheek, zoals die voortkomen uit maatschappelijke idealen? Hoe behouden we het vakmanschap in de bibliotheken? Wat ís onze vakdeskundigheid? Over welke eigenschappen, vaardigheden en kennis moet de bibliothecaris met toekomst beschikken? Hoe borgen we bestaande kennis? Wat hier een rol speelt, is dat de bibliotheekbranche een ‘vergrijzende’ sector is. Dat is in beginsel niet zo vreemd, want Nederland vergrijst over de gehele linie; tot 2035 vergrijst maar liefst 80% van de Nederlandse organisaties. Uiteraard is er wel instroom van jonge professionals, maar zij zijn veruit in de minderheid binnen de bibliotheek.

Gastspreker dr. Aart Bontekoning (veranderkundige en generatie-expert) zoomde in op de vergrijzing in de bibliotheeksector. Bontekoning ontwikkelde de generatietheorie. “In ritmen van vijftien jaar maken we generaties. Dat zijn werk- en levensfasen.” Op dit moment zijn er meerdere generaties werkzaam en iedere generatie heeft typische kenmerken, aldus Bontekoning. “Op de breuklijnen van generaties ontstaan altijd spanningen.”

‘To become a librarian is to become a lifelong learner’
- David Lankes (School of Library & Information Science, University of South Carolina, USA)

  • Protestgeneratie (geboren tussen 1940-1955): als leiders: idealistische en gedreven democratiseerders.
  • Verbindende generatie X (geboren tussen 1955-1970): nuchtere verbinders, benutten diversiteit constructief, gericht op ‘samen’ werken aan resultaten.
  • Pragmatische generatie geboren tussen 1970-1985): pragmatische versnellers van afstemmen en besluiten, gericht op concrete resultaten, bouwers van kennisnetwerken.
  • Authentieke generatie Y (geboren tussen 1985-2000): creatieve, authentieke multi-taskers, die flexibel en gelijkwaardig in een open, informele sfeer willen samenwerken. De bewuste generatie Z (geboren tussen 2000-2015) komt eraan.

Bontekoning zag jonge mensen in organisaties worstelen met verouderde sociale patronen. Hij ontdekte hoe nieuwe sociale patronen nieuwe vitaliteit geven. “Dat is belangrijk, want sociale patronen hebben een houdbaarheidsdatum. Hoe je dat tijdig signaleert? De energie vloeit weg. Met name jongeren signaleren dat snel. De vergrijzing biedt anderzijds ook kansen; nog nooit was er zóveel vakkennis en ervaring op de werkvloer. Het aantal mensen met ervaring stijgt dus enorm, maar we benutten hun potentieel niet. En vergeet niet: verjongen kan in alle generaties. Dat is heus niet voorbehouden aan jonge mensen.”

Om verbindingen te leggen tussen de verschillende werkgeneraties, ontwikkelde Bontekoning de ‘generatie werk-aanpak’. Met behulp van video-opnamen voert hij een generatiescan uit; iedere generatie binnen een organisatie wordt gefilmd, waarna ieder alle beelden te zien krijgt. Tijdens De Queeste toonde hij beelden van meerdere generaties die met elkaar werkzaam zijn in de bibliotheeksector. Zo’n generatiescan biedt een zeer interessant kijkje in de eigen organisatie.

Gastspreker Jos Beks (product manager Onderwijs & Magistrum management opleidingen bij Avans+) reflecteerde op ons eigen vakmanschap en de uitdagingen die voorliggen. “Het is van belang om bestaande knowhow te borgen. De nieuwe generatie bibliotheekmedewerker is hoger opgeleid, maar niet specifiek voor het bibliotheekwerk.” Om dat laatste te ondervangen, ontwikkelde Cubiss in samenwerking met Avans+ de post-hbo opleiding ‘Community Librarian’, specifiek voor Brabantse bibliotheekmedewerkers tot 35 jaar. De opleiding is bij uitstek een gelegenheid om nieuw talent de ruimte te geven en ze goed voor te bereiden op de toekomst. Het biedt de mogelijkheid om samen te leren en elkaar te versterken. Enkele bibliotheekdirecteuren vormen een klankbordgroep. De eerste studenten gaan in september 2017 met de opleiding van start (zie cubiss.nl/communitylibrarian).

De directeuren en metgezellen staken ook elders het licht op en bezochten Schoenfabriek Greve in Waalwijk. Het familiebedrijf – met inmiddels de vierde generatie aan het roer – is nog altijd op dezelfde locatie gevestigd waar Hermanus Greve in 1898 een schoenmakerij begon. Gedurende het bijna 120-jarig bestaan houdt Greve nog altijd vast aan het uitgangspunt van de oprichter: Greve ontwerpt en maakt stijlvolle en superieure schoenen van uitmuntende kwaliteit. Op ambachtelijke wijze gemaakt door vakmensen die in eigen huis worden opgeleid, met de technieken van nu. En verrassend: de hedendaagse technieken ten spijt, komt er nog altijd voornamelijk handwerk kijken bij het maken van maatschoenen. Puur vakmanschap, van generatie op generatie doorgegeven. Greve maakt optimaal gebruik van de kracht van de verschillende generaties binnen de organisatie. Ervaren ‘oudgedienden’ delen hun vakkennis; jong talent krijgt de ruimte. Het vergt goed leiderschap om dit proces te ‘sturen’ en een dergelijk klimaat te scheppen.

Ook bakker Edwin Klaasen van Desemenzo liet de directeuren en metgezellen ervaren wat vakmanschap inhoudt. Klaasen is bakker, maar is in niets vergelijkbaar met de warme bakker ‘op de hoek’. Hij twittert, deelt zijn kennis in workshops, geeft cursussen en schreef het bakboek ‘Ik bak geweldig, jij trouwens ook’. Hij vertelde: “In onze ogen weerspiegelt desembrood de puurheid van het echte bakken. Het vraagt tijd, gevoel en kennis en dat zie je terug in onze manier van werken. Als je iets doet, moet je weten waarom je het doet. Er is veel echte kennis nodig om het mooiste brood te kunnen bakken. Die kennis deel ik, want ik vind het belangrijk dat mensen weer respect krijgen voor goed brood én voor het bakkersvak. Ik ben trots dat ik bakker ben en mijn wens is dat de jeugd weer warm loopt voor het vak. Dat ze bakker worden omdat het zo’n mooi ambacht is. Daarom doe ik wat ik doe.”

Wie nu denkt dat Klaasen een lans breekt voor de warme bakker boven de supermarkt, vergist zich. Hij stelt: “De bakker op de hoek bestaat over enkele jaren niet meer. Ze zijn niet meer onderscheidend ten opzichte van de supermarkt, ze bakken feitelijk hetzelfde brood. De ambachtelijke bakker kan het winnen als hij echt zijn eigen brood gaat bakken. Hij moet anders gaan denken en afscheid nemen van de kant-en-klare groothandel-mixen en broodverbetermiddelen. Wat wél toekomst heeft, zijn bijvoorbeeld de bakkerscafés die in grote steden opkomen. Die worden gerund door mensen die weliswaar geen bakkersopleiding volgden, maar wel hun hart volgen. Ze doen het op gevoel. Ik laat me in het ondernemen ook voornamelijk leiden door gevoel, niet zozeer door strategische plannen.”

Lees ook het interview met Edwin Klaasen in het digitale magazine DURF!, waarin hij vragen beantwoordt omtrent het onderwerp ‘authenticiteit’.

Rondetafelgesprek
02 vakmanschap
De Queeste
van professionals Hans en Mari
en metgezellen
Sharon en Daan
Metgezel Daan Oudbier (docent bij de Fontys Academy for Creative Industries): “Het blijkt moeilijk om de kern en het vakmanschap van het bibliotheekwerk te benoemen. Bibliotheken bevinden zich in een identiteitscrisis, zo lijkt. Je proeft ook wel vermoeidheid op dit onderwerp. Er wordt al zóveel jaren over gepraat. Vanwaar dat Calimero-gevoel? Er lopen nog steeds heel veel mensen de bibliotheek binnen.”
Mari Nelissen (voorzitter Raad van Bestuur Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB): “Om die identiteitscrisis te verbergen, wordt gevlucht in allerlei instrumenten. Zoals Weggeman ook zegt: ‘Als je niets meer weet van de inhoud, gaan mensen zich bezighouden met planning en control.”
Daan: “Ik denk dat de trots bij bibliotheken is verdwenen; ze zijn erg introvert. Ik werk bij een instituut (Fontys Academy for Creative Industries – red.) dat enorm trots is op zichzelf!”
Hans Derks (oud-directeur/bestuurder Bibliotheek ’s-Hertogenbosch): “Als het heilig vuur er niet (meer) is en je geen gevoel hebt voor wat er in de samenleving gebeurt, dan past het bibliotheekwerk niet bij je. Dan wordt het onecht.”
Daan: “Neem hierin een voorbeeld aan Greve en Desemenzo. Zij geven zó mooi weer wat hun vak voor ze betekent. Dat is enorm inspirerend en spiegelt hoe ik met mijn eigen vak bezig ben.”
Metgezel Sharon Schreppers (beleidsadviseur vrijwilligers bij de gemeente Breda): “Het zoeken naar wat de betekenis van de bibliotheek is, is voelbaar. Aan de hand van de mooie voorbeelden van Greve en Desemenzo werden criteria voor vakmanschap heel duidelijk en daardoor gemakkelijk te vertalen naar de bibliotheek. Het invullen van het vakmanschap vraagt daarmee van de directeuren dat ze keuzes maken en gaan focussen: zeggen waar je wel van bent, maar zeker ook waar je niet (meer) van bent. Vooral dat laatste bleek voor de bibliotheekdirecteuren heel lastig en deed mij meteen terugdenken aan de stelling die aan het begin van de queeste was neergelegd. De liefde voor het boek is soms diep verstopt. Maar de liefde voor het verhaal, in welke vorm dan ook, blijkt een belangrijke basis voor het vakmanschap van de bibliothecaris. Dat is echt het fundament.”
Mari: “Ik verwacht dat de nieuwe generatie bibliotheekmedewerkers veel energie en frisheid inbrengt.”
Sharon: “Je moet in je eigen verhaal geloven!”
Daan: “Waarom omarm je ‘rustig en stoffig’ niet als geuzennaam? In de bibliotheek kun je immers nog genieten van rust. Het is een fijne plek om na te denken. Een plek waar je kunt genieten van mooie verhalen.”
Deel 3
De bibliotheek vraagt
om leiderschap

Het voeren van de dialoog met de samenleving en met de wethouder, als gesprekspartner van de gemeentelijke organisatie (en subsidieverstrekker), het bevorderen en borgen van vakmanschap in de bibliotheek, de zoektocht om te komen tot het fundament leggen voor een bibliotheek met toekomst... dat vraagt om sturing. Maar, is dat werkelijk zo? En de vraag doet zich vervolgens voor:
wat is goed leiderschap?

* “Echte vooruitgang is het vermogen om mensen meer mens te laten zijn, om meer van onze behoeften te bevredigen, meer van onze talenten te ontwikkelen en onze veelzijdigheid beter tot uiting te laten komen. Dat is het vertrekpunt. Leiderschap behelst dan de vaardigheid om de weg uit te stippelen van de moeilijke situatie vandaag naar een betere toekomst.”

Jonathan
 Holslag, 'Vlaanderen 2055'

Gastspreker en dagvoorzitter Marleen Vangrinsven (organisatie-adviseur en coach, 4D organisatieontwikkeling & opleiding) is helder: “Niet alle medewerkers zijn in staat om zichzelf te sturen. Aan hen moet dus leiding worden gegeven. Bekijk je het louter functioneel, dat doet de leidinggevende het goed als het team het goed doet. Ideaal is een vorm van collectief leiderschap. Zodat je samen de vraagstukken monitort, door te kijken en te luisteren.”

Vangrinsven legt uit hoe themagecentreerde interactie (TGI) als methodiek werkt voor effectief collectief leiderschap. “TGI doet een beroep op ieders persoonlijke leiderschap. Wees je eigen leider! Zelfsturing speelt bij deze methodiek een belangrijke rol.”

Het TGI-model gaat uit van vier gelijkwaardige factoren:
IK • het welzijn en de effectiviteit (competenties, waarden) van het individu
WIJ • de wijze waarop we samenwerken (samenwerkingscultuur, leerklimaat, vertrouwen, openheid)
HET • de gezamenlijke missie, visie en doelen
CONTEXT • ontwikkelingen die daarvoor relevant zijn, zoals organisatiestructuur/cultuur en ontwikkelingen en vraagstukken in de samenleving

Vangrinsven: “De leidinggevende participeert in het proces. Dat bevordert teameffectiviteit, persoonlijk leiderschap en gelijkwaardige samenwerkingsrelaties.”

Gastspreker drs. Morris Oosterling (promovendus onder de Vanderkruijs leerstoel ‘Leiderschap in maatschappelijke ondernemingen’ op het thema 'Leiderschap in maatschappelijke ondernemingen') stelt de vraag: “Welke opdrachten liggen er te wachten voor de bibliotheekdirecteur? Welke ervaring, competenties en persoonlijkheidskenmerken heeft dé bibliotheekdirecteur nodig? Enerzijds dient hij/zij te beschikken over vakkennis en (meta)vaardigheden, anderzijds gaat het over waarden, ethiek, motieven en drijfveren. (naar model L.M. Spencer en S.M. Spencer, Competence at Work) Gevraagd: de alleskunner, de allesweter en de alles-al-gedaner.”

Traditioneel Publiek management Nieuw Publiek management Public Value management
Omgang met medewerkersxxx
Beleidsontwikkelingxxx
Externe communicatiexxx
Strategisch managementxxx
Reorganiserenxx
Omgang met medewerkersx
Publiek ondernemerschapx
Uitkomsten Oosterling, M. & Camps, T. (in press) In search of leadership: The Impact of Shifting Approaches to Governance on the Requirements to Leaders in Public Organizations in the Netherlands.

‘No one is as good as all of us’
- Prof. Dr.ir. Mathieu Weggeman citeert Ray Kroc, oprichter McDonalds

* Weggeman definieert professionals als volgt: “Een professional is iemand die goed (state-of-the-art?) in het vak is en die bij het werken een professionele attitude praktiseert. Hoofdkenmerk van een professionele attitude: de liefde voor het vak is groter dan de liefde voor geld, efficiëncy en vrije tijd.” Daarbij wijst Weggeman op het onderscheid: “Niet iedere kenniswerker is professional en niet iedere professional is een kenniswerker.”

Gastspreker Prof. Dr.ir. Mathieu Weggeman (hoogleraar Organisatiekunde) stelt: “Veel organisaties zijn ingericht als piramides, met planning & control als dwingende instrumenten. Deze hebben hun beste tijd echter gehad. Hoe dan wel leiding te geven? Stuur op collectieve ambitie en op vakdeskundigheid!

Weggeman verdeelt professionals* in drie groepen, waarbij de 80/20-regel opgaat:

  • 80% is professional. Zij zijn vakdeskundig en doen liever iets goed dan iets fout. Advies aan leidinggevenden: geef deze professionals ruimte en vertrouwen en stuur op output.
  • 15% is ex-professional. Zij kunnen het niet (meer) zo goed. Advies aan leidinggevenden: richt leerprocessen in voor ex-professionals.
  • 5% is geen professional, want wil het niet (meer). Advies aan leidinggevenden: deze mensen ‘ruilen tijd voor geld’. Pas hier wel planning & control toe.

Kenmerken van leidinggevenden in excellente professionele organisaties:

  • ze ontwikkelen samen met de mensen een collectieve ambitie
  • ze inspireren en betrekken medewerkers bij de strategie
  • ze communiceren op tijd en eerlijk; zijn er en luisteren
  • ze geven output-duidelijkheid en feedback
  • ze treden assertief op naar mensen die niet goed meer zijn in het vak
  • ze functioneren als hitteschild voor de ruis van ‘boven’
  • ze hebben een gezaghebbende, maar dienende en bescheiden attitude

Weggeman stelt daarbij tevens dat eerstelijns professionals uit het vakgebied afkomstig moeten zijn (omdat ze anders aanzienlijk meer fouten maken). “Hoe kan een oud-politicus en econoom een ziekenhuis en artsen aansturen?” Zijn onderliggende gedachte: “Als mensen niets (meer) van de inhoud weten, ‘vluchten’ ze in planning en controle, om maar houvast te hebben. Dat zie ik helaas ook terug in bibliotheken.”

Weggeman’s belangrijkste advies: “We kunnen niets alleen. Een collectieve (= breed gedragen) ambitie geeft richting aan de energie van de professional. Stel jezelf de vraag wat de kernwaarden / shared values van de organisatie zijn; ís er een collectieve ambitie?

Rondetafelgesprek
03 leiderschap
De Queeste
van professionals Hans en Mari
en metgezellen
Sharon en Daan
Metgezel Sharon Schreppers (beleidsadviseur vrijwilligers bij de gemeente Breda): “We maakten tijdens De Queeste beschrijvingen van de ideale bibliotheekdirecteur. Poeh! Die loopt op aarde echt niet rond. Dat rust zwaar op de schouders van de bibliotheken.”
Hans Derks (oud-directeur/bestuurder Bibliotheek ’s-Hertogenbosch): “Ik vind het wel belangrijk om een soort ideaal te hebben waar je naar streeft.”
Hans: “Zoals Weggeman stelt: ‘Als mensen niets (meer) van de inhoud weten, vluchten ze in planning en controle.’ Hij signaleert dat helaas ook in bibliotheken. Dat mogen wij ons als sector erg aantrekken, daar moeten we iets aan doen.”
Hans: “Als leider ben je geslaagd als je mensen weet te bewegen, als ze iets gráág doen.”
Metgezel Daan Oudbier (docent bij de Fontys Academy for Creative Industries): “Ik betreur dat utopisch denken, daardoor wordt het altijd nèt niet. Je moet niet utopisch handelen. Probeer gewoon een goede bibliotheek te zijn in plaats van de meest geweldige.”
Daan: “Er worden zo vaak regels opgetuigd die remmend zijn op het stellen tot vragen.”
Mari Nelissen (voorzitter Raad van Bestuur Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB): “Goed leiderschap is niet alleen luisteren, maar ook sturen: zó gaan we het doen. Als leider heb je de verantwoordelijkheid om te zien welk pad je moet volgen. Een bestendige lijn zou de basis moeten vormen. Maar je moet als leider altijd aan jezelf durven twijfelen.”
Mari: “In feite geeft Weggeman een attitude aan. Met andere woorden; de centrale vraag is hoe een leider zich deze eigenschappen eigen maakt? De spiegel is dat leidinggeven méér is dan ratio.”
Epiloog
‘Je hoeft niet los te laten,
je kunt ook anders vasthouden’

- Wim Verschuren, lid van de Fraters van Tilburg en mede-initiatiefnemer en oprichter van de Stichting ZIN in Werk
Metgezel Daan Oudbier (docent bij de Fontys Academy for Creative Industries): “Tijdens De Queeste werd opgemerkt dat de bibliotheek waardevrij is. Dat vind ik juist niet het geval! Ik vind dat bibliotheken zich erg belerend opstellen. ‘Wij als bibliotheek zijn er om de zwakkeren in de samenleving te helpen, zodat ook zij mee kunnen doen.’ Dat vind ik belerend en best schokkend. De bibliotheken hebben teveel het vingertje omhoog, spreken mensen aan op wat ze níet kunnen. Dat is niet prettig. Is de bibliotheek niet de plek waar je in de eerste plaats kunt genieten van mooie verhalen? En ja, als je niet kunt lezen, dan kan de bibliotheek je helpen. Ook de sterke invloed van de lokale politiek vind ik schokkend.”
Daan: ”Voordat ik aan De Queeste begon, reageerden veel van mijn studenten verbaasd en wat lacherig als ik ze vertelde wat ik ging doen. Inmiddels voel ik me meer één met de bibliotheek en kan ik mijn studenten ook meer vertellen over de waarde van de bibliotheek.”
Hans Derks (oud-directeur/bestuurder Bibliotheek ’s-Hertogenbosch): “We zijn met meer vragen naar huis gegaan en dat is de bedoeling van ‘De Queeste’. Zoals gastspreker Rodney Wetering stelde: ‘Wie wat vindt, heeft slecht gezocht.’”
Metgezel Sharon Schreppers (beleidsadviseur vrijwilligers bij de gemeente Breda) knikt bevestigend en blikt terug: “Toen ik werd uitgenodigd om deel te nemen aan De Queeste was mijn eerste gedachte ‘Jee, de bieb, daar ben ik al zó lang niet geweest. Vervolgens ontdekte ik hoeveel er binnen bibliotheken gebeurt. Dat was ik wel uit het oog verloren; ik kon al jaren prima zonder de bibliotheek. Maar ik gun mijn kinderen wél dezelfde fijne herinneringen zoals ik die heb aan de bieb.”
Mari Nelissen (voorzitter Raad van Bestuur Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB): “De liefde voor ons vak is wat ons onderscheidt. Wij moeten terug naar het verhaal. Daarvoor moeten we als directeuren alle bibliotheekmedewerkers de tools aanreiken.”
Mari: “We spreken van een queeste als levenstaak, omdat de toekomst nooit af is. Je moet daarover blijven nadenken en jezelf (de juiste) vragen blijven stellen.”
Marieke Hezemans (projectleider Bieb Lab Brabant bij Cubiss, initiatiefnemer van De Queeste): “De Queeste is waardevol en zoals gesteld, niet ten einde. De drie intensieve dagen bij ZIN worden opgevolgd door meerdere ‘terugkomdagen’, waarbij we opnieuw met elkaar in gesprek gaan en waar gastsprekers hun bijdragen doen. Bibliotheken met ideeën die bijdragen aan de innovatie van de bibliotheekfunctie kunnen vanzelfsprekend met ons in gesprek. Neem hiervoor contact met me op via m.hezemans@cubiss.nl.
‘Wat ik van het leven heb geleerd, is geduldig te zijn, tijd te nemen, goed na te denken en ook dat het er uiteindelijk om gaat dat je weet wie je bent en dat je jezelf blijft.’

- Frido Mann (kleinzoon van Thomas Mann, Nobelprijs voor Literatuur, 1875-1955) in ‘De universiteit van het leven’

Bronvermeldingen

  • ‘Nieuwe generaties in vergrijzende organisaties’, Aart Bontekoning
  • ‘Haarlemse kringen, Vijftien verkenningen naar het literair-culturele leven in een 19e-eeuwse stad’ (ISBN: 9065503757)
  • ‘Bibliotheek van de toekomst: knooppunt voor kennis, contact en cultuur’, commissie Cohen (januari 2014)
  • CBS, cijfers openbare bibliotheken juli 2016
  • DURF! over Authenticiteit, editie december 2016
  • 'Vlaanderen 2055', Jonathan
 Holslag (ISBN: 9789023496052)
  • ‘De universiteit van het leven’, Rob Riemen (ISBN13: 9789491060052)
  • ‘Geloven in het publieke domein’, W.B.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee, R.J.J. Plum, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2006

Lees- en kijktips

  • ‘Niet tellen, maar wegen’, Claartje Bunnik en Edwin van Huis (ISBN13: 9789066500006)
  • ‘De laatste manager’, Ben Kuiken (ISBN13: 9789077881767)
  • ‘Het onmisbare middenkader’, Janka Stoker en Ton de Korte (ISBN: 9023235819)
  • ‘De lezer is niet dood’, Alex Boogers (ISBN13: 9789057597909)
  • ‘Vertrouwen van burger is verkwanseld, want de vorm wordt belangrijker dan de norm’, Dorien Pessers in NRC
  • ‘Over bibliotheken en betrokkenheid’ (drie essays: waarde van bibliotheken, de bibliothecaris en de programmering), Gio van Creij, Hans van Duijnhoven, Mari Nelissen en Marina Polderman (NOBB)
  • ‘Book Burning Party’ (Troy, Michigan, USA): https://vimeo.com/35758683
  • Sociale domein Breda, ‘Breda Doet’: https://www.youtube.com/watch?v=TcHyk_NOqDo
  • ‘Academie voor Utopisch Denken’, Matzer Theaterproducties: www.academievoorutopischdenken.nl

Colofon

Dit longread is uitgebracht door Bieb Lab Brabant, een project van Cubiss dat wordt uitgevoerd in opdracht van de provincie Noord-Brabant.

Tilburg, 2017

Redactie: Astrid Kraal, Marieke Hezemans
Tekst: Judith Leijtens-Staps
Ontwerp en realisatie: Schwung
Fotografie: Boyd Smith Photo, Yvonne van Bijnen

Met dank aan de deelnemers aan de Queeste: directeuren van diverse Brabantse bibliotheken en hun metgezellen, in het bijzonder Hans Derks (oud-directeur/bestuurder Bibliotheek ’s-Hertogenbosch), Mari Nelissen (voorzitter raad van bestuur Noord Oost Brabantse Bibliotheken), Sharon Schreppers (beleidsadviseur vrijwilligers bij gemeente Breda) en Daan Oudbier (docent bij de Fontys Academy for Creative Industries).


Over Cubiss

Cubiss adviseert en ondersteunt organisaties, overheden en samenwerkingsinitiatieven die zich bezighouden met vraagstukken rond lezen, leren en informeren. In opdracht van en met steun van de provincie Noord-Brabant wil Cubiss middels het project Bieb Lab Brabant innovatie door de bibliotheken in Noord-Brabant stimuleren en versnellen. Zodat bibliotheken hun rol in de (lokale) samenleving kunnen versterken en (beter) kunnen anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen.

Middels longreads wil Bieb Lab Brabant haar expertise delen en bijdragen danwel richting geven aan beleidsvorming door bibliotheken. Eerder verscheen de longread ‘Vrijwilliger en beroepskracht samen ‘in the spotlight’’.

Meer weten of nader van gedachten wisselen? Neem contact op met Cubiss; Marieke Hezemans: m.hezemans@cubiss.nl of Astrid Kraal: a.kraal@cubiss.nl

De in deze uitgave opgenomen informatie is door de redactie met uiterste zorgvuldigheid behandeld. Voor informatie, die onvolledig of onjuist mocht zijn opgenomen, kan de redactie in generlei opzicht verantwoordelijkheid op zich nemen. Voor eventuele verbeteringen houden we ons aanbevolen.